Liturgie Avonddienst

 

 

Liturgie voor zondagavond 10 september -19.00 uur.

Voorganger: Ds. B. Breunesse

 

 

Welkom

Zingen: Lied 385

Stil gebed

Groet en bemoediging

Zingen: Lied 519 (Hemelhoog)

 

Heer, wij komen vol verlangen,

 

op uw roepstem naar uw dis,

 

want door schuld met schrik bevangen

 

zoekt ons hart vergiffenis:

 

slechts in U bestaat ons leven,

 

die uw bloed voor ons woudt geven;

 

laat ons dan in brood en wijn

 

met Uzelf gespijzigd zijn.

 

 

Sterk ons wankelend vertrouwen,

 

geef ons zelf wat Gij geboodt:

 

dat wij met oprecht berouwen

 

enkel rusten in uw dood;

 

ja, vervul ons met uw krachten,

 

opdat wij uw wet betrachten,

 

zegen zo uw sacrament,

 

dat ons hart U steeds meer kent.

 

 

Leer ons, Heer, vrijmoedig spreken

 

over uw verlossend werk;

 

geef dat niet die woorden breken

 

op de daden van uw kerk,

 

maar dat wij geheiligd leven

 

op de plaats door U gegeven,

 

en U volgen onder 't kruis

 

op de smalle weg naar huis.

 

Geloofsbelijdenis van Nicea

Inleiding

Zingen: Lied 517 (Hemelhoog)

U nodigt mij aan tafel,

om dicht bij U te zijn;

te proeven van het leven,

dat U deelt door brood en wijn.

U leidt mij in de stilte,

ik volg U met ontzag:

een plaats van rust waar ik U ontmoeten mag.

 

U ziet mijn hart en leven,

de onrust die verwart;

mijn onbesproken vragen,

die er leven in mijn hart.

U kent al mijn gedachten,

verbergen kan niet meer:

 in vertrouwen leg ik alles voor U neer.

 

De beker in uw handen,

neem ik vol liefde aan,

uit handen die verwond zijn,

waarin de tekens staan.

Geen woorden meer van oordeel,

genade onverdiend,

die aan tafel wordt geproefd

en wordt gezien.

 

U deelt met mij de maaltijd,

reikt mij verzoening aan.

Uw liefde is nog groter

dan de schuld die is voldaan.

U toont mij uw genade,

die werkzaam is in mij:

door de kracht van uw genade

 ben ik vrij!

 

Vredegroet

Uitdeling

Zingen: Psalm 103c couplet 1 en 5

 

Loof de Koning, heel mijn wezen,

gij bestaat in zijn geduld,

want uw leven is genezen

en vergeven is uw schuld.

Loof de Koning, loof de Koning,

tot gij Hem ontmoeten zult.

 

 

Engelen, zingt ja en amen

 

met de Koning oog in oog!

 

Zon en maan, buigt u tezamen

 

en gij sterren hemelhoog!

 

Looft uw Schepper, looft uw Schepper,

 

looft Hem, die het al bewoog!

 

Gebed

Bijbellezing: I Korinthiërs 11, 17 – 34a

Nu ik u toch aanwijzingen geef: ik kan u niet prijzen om uw samenkomsten. Die doen meer kwaad dan goed. Om te beginnen: ik hoor dat er bij uw samenkomsten in de gemeente verdeeldheid heerst, en tot op zekere hoogte geloof ik dat ook. Het is onvermijdelijk dat er partijvorming onder u is, zodat duidelijk wordt wie van u betrouwbaar is. Maar bij uw samenkomsten is nu geen sprake van een maaltijd van de Heer. Bij de maaltijd die u houdt zorgt iedereen alleen voor zichzelf, zodat de een honger heeft en de ander dronken is. Hebt u soms geen eigen huis waar u kunt eten en drinken? Of veracht u de gemeente van God en wilt u de armen onder u vernederen? Wat moet ik hierover zeggen? Moet ik u soms prijzen? Op dit punt zeker niet!

 

Want wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de Heer zelf. In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd nam Hij een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: ‘Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om Mij te gedenken.’ Zo nam Hij na de maaltijd ook de beker, en Hij zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond, dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om Mij te gedenken.’ Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat Hij komt.

Daarom maakt iemand die op onwaardige wijze van het brood eet en uit de beker van de Heer drinkt, zich schuldig tegenover het lichaam en het bloed van de Heer. Laat daarom iedereen zichzelf eerst toetsen voordat hij van het brood eet en uit de beker drinkt, want wie eet en drinkt maar niet beseft dat het om het lichaam van de Heer gaat, roept zijn veroordeling over zich af. Daarom zijn er onder u veel zwakke en zieke mensen en zijn er al velen onder u gestorven. Als we onszelf zouden toetsen, zouden we niet worden veroordeeld. Maar nu velt de Heer zijn oordeel over ons en wijst Hij ons terecht, opdat we niet straks samen met de wereld zullen worden veroordeeld. Daarom, broeders en zusters, wees gastvrij voor elkaar wanneer u samenkomt voor de maaltijd. Wie honger heeft kan beter thuis eten. Dan leiden uw samenkomsten tenminste niet tot uw veroordeling.

 

YouTube, Lied 388: https://youtu.be/HXmudUJYMxk?si=KvCmosDBm8YTdgDB

 

Preek

Zingen: Lied 413

 

Grote God, wij loven U,

 

Heer, o sterkste aller sterken!

 

Heel de wereld buigt voor U

 

en bewondert Uwe werken.

 

Die Gij waart te allen tijd,

 

blijft Gij ook in eeuwigheid.

 

 

Alles wat U prijzen kan,

 

U, de Eeuw'ge, Ongeziene,

 

looft uw liefd' en zingt ervan.

 

Alle eng'len, die U dienen,

 

roepen U nooit lovensmoe:

 

Heilig, heilig, heilig toe!

 

 

Heer, ontferm U over ons,

 

open uwe Vaderarmen,

 

stort uw zegen over ons,

 

neem ons op in uw erbarmen.

 

Eeuwig blijft uw trouw bestaan

 

laat ons niet verloren gaan.

 

 

 

 


 

Avondgebed

Zingen: Lied 415

Zegen ons, Algoede,
neem ons in Uw hoede
en verhef Uw aangezicht
over ons en geef ons licht.

Stort, op onze bede,
in ons hart Uw vrede,
en vervul ons met de kracht
van Uw Geest bij dag en nacht.

 

 

Zegen

Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer',
amen, God, Uw naam ter eer!